Wentelt Eefje
9 mei 2024, 06:19
Steve Albini (1962-2024) was geliefd bij de één, gevreesd door de ander. ‘Producer’ mochten we hem niet noemen; dat vond hij maar een vies woord. Recording engineer was hij, opnametechnicus. En nu is hij dood: Steve Albini. Gisteren, 7 mei, overleed de Amerikaanse undergroundheld – tevens muzikant in onder meer Big Black en Shellac – aan de gevolgen van een hartaanval, slechts 61 jaar oud.
Écht bovengronds kwam Steve Albini pas toen hij in 1993 In Utero, het derde Nirvana-album, had geproduceerd (want laten we die term toch maar gewoon hanteren). Een klus waarvoor de band hem had gestrikt zonder dat platenfirma Geffen er weet van had. In slechts twee weken hadden ze de klus geklaard, waarna al snel de pleuris uitbrak: Geffen vond de opnames ‘te ruw en te demo-achtig’ en absoluut niet geschikt om het commerciële succes van Nevermind mee te consolideren. Uiteindelijk werd In Utero tijdens het masteringproces enigszins ‘gecorrigeerd’, zorgden de Nirvana-leden voor wat veredeld remixwerk en gaf Geffen alsnog toestemming om ‘m uit te brengen.
Albini was toen echter al dik tien jaar een begrip in undergroundkringen. Geliefd bij de één, gevreesd door de ander. Dat laatste vooral vanwege zijn cynische houding jegens de in zijn ogen onbetrouwbare en op opportunisme drijvende muziekindustrie, en zijn gave om een en ander ook welbespraakt in de media te verwoorden.
Zijn eerste band, Big Black (1981-1987), was een invloedrijk noisetrio waarin hij via zijn teksten zijn bijna obsessieve voorliefde voor de morbide en gewelddadige kanten van het leven – waar hij in de achterbuurten van Chicago dagelijks mee werd geconfronteerd – kon uitventen. De muziek was navenant: snoeihard, venijnig en machinaal voortgedreven door een drumcomputer. Hun eerste volwaardige album Atomizer (1986) geldt tot op de dag van vandaag als een klassieker in het genre en bevat met Kerosene een culthit van formaat.
Toen Big Black uiteen was gevallen, richtte Albini met twee ex-leden van de groep Scratch Acid (voorlopers van The Jesus Lizard) een nieuw trio op dat hij doodleuk de naam Rapeman gaf, naar een Japanse mangastrip. Controverse alom: in Engeland gingen hun optredens vergezeld van hevige protesten tegen de groepsnaam, enkele optredens werden zelfs afgelast en in de Britse media gingen Albini en de publieke opinie met elkaar op de vuist.
Kort daarna viel Rapeman uiteen (ze lieten één album na, Two Nuns And A Pack Mule), waarna Albini enkele jaren later noisetrio nummer drie oprichtte: Shellac. Daarmee bleef hij tot aan z’n dood actief: op 17 mei staat de release van hun zesde album To All Trains gepland.
Albini’s carrière als producer/technicus leest vooral als een lange lijst namen, waarvan Nirvana, Pixies (Surfer Rosa), The Breeders (Pod), PJ Harvey (Rid Of Me), Low, Slint, The Jesus Lizard en Bush de bekendste zijn. Daarnaast werkte hij met vele honderden andere acts en ook met een handvol Nederlandse: The Ex, Caesar, Cords en Gore.
Albini’s uitvalsbasis was zijn Electrical Audio-studio in Chicago, waar hij principieel analoog opnam (hóe principieel blijkt uit de quote op de hoes van het Big Black-album Songs About Fucking: ‘The future belongs to the analogue loyalists, fuck digital’). In een in 1993 gepubliceerd essay met de titel The Problem With Music zette hij zijn visie op studiotechniek verder uiteen, en hekelde hij het excessieve gebruik van equalizers en compressie, dat er volgens hem voor zorgde dat alles klonk alsof ‘t bestemd was voor een bierreclame.
Eind 1999 heeft OOR's Erik van den Berg nog eens enkele dagen gebivakkeerd in Albini’s Electrical Audio-studio, voor een reportage over de Amsterdamse band Caesar (die daar toen met Steve hun album Leaving Sparks opnamen). Hij herinnert zich van die gelegenheid met name hoe innemend, scherp, aardig en geestig Albini was, en hoe enorm bevlogen en nauwkeurig in z’n werk. Verder bleek hij werkelijk álles te weten van… biljarten (de Vlaamse geweldenaar Raymond Ceulemans was zijn held).
Goed. Op 17 mei verschijnt dus dat nieuwe album van zijn onvolprezen band Shellac. Dat is nu, zomaar plotseling, een zwanenzang geworden. Onwerkelijk bijna.
Bron: OOR (http://oor.nl/news/steve-albini-1962-2024-was-geliefd-bij-de-een-gevreesd-door-de-ander/)
http://youtu.be/HuO3wwLuF0w?si=FGHMSiCqoVmLyVfu
I was born in this town
Live here my whole life
Probably come to die in this town
Live here my whole life
Never anything to do in this town
Live here my whole life
Never anything to do in this town
Live here my whole life
Probably learn to die in this town
Live here my whole life
Nothing to do, sit around at home
Sit around at home, stare at the walls
Stare at each other and wait till we die
Stare at each other and wait till we die
Probably come to die in this town
Live here my whole life
There's Kerosene around, something to do
There's Kerosene around, she's something to do
There's Kerosene around, she's something to do
There's Kerosene around, we'll find something to do
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, set me on fire
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
Kerosene around, something to do
There's Kerosene around, find something to do
There's Kerosene around, find something to do
Kerosene around, find something to do
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, set me on fire
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, now what do we do?
Jumped Kerosene, now what do we do?
Jumped Kerosene, now what do we do?
Kerosene around, nothing to do
Jumped Kerosene, now what do we do?
Never anything to do in this town
Never anything but jump Kerosene
Never anything to do in this town
Never anything
Jump Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
R.I.E.P.
Écht bovengronds kwam Steve Albini pas toen hij in 1993 In Utero, het derde Nirvana-album, had geproduceerd (want laten we die term toch maar gewoon hanteren). Een klus waarvoor de band hem had gestrikt zonder dat platenfirma Geffen er weet van had. In slechts twee weken hadden ze de klus geklaard, waarna al snel de pleuris uitbrak: Geffen vond de opnames ‘te ruw en te demo-achtig’ en absoluut niet geschikt om het commerciële succes van Nevermind mee te consolideren. Uiteindelijk werd In Utero tijdens het masteringproces enigszins ‘gecorrigeerd’, zorgden de Nirvana-leden voor wat veredeld remixwerk en gaf Geffen alsnog toestemming om ‘m uit te brengen.
Albini was toen echter al dik tien jaar een begrip in undergroundkringen. Geliefd bij de één, gevreesd door de ander. Dat laatste vooral vanwege zijn cynische houding jegens de in zijn ogen onbetrouwbare en op opportunisme drijvende muziekindustrie, en zijn gave om een en ander ook welbespraakt in de media te verwoorden.
Zijn eerste band, Big Black (1981-1987), was een invloedrijk noisetrio waarin hij via zijn teksten zijn bijna obsessieve voorliefde voor de morbide en gewelddadige kanten van het leven – waar hij in de achterbuurten van Chicago dagelijks mee werd geconfronteerd – kon uitventen. De muziek was navenant: snoeihard, venijnig en machinaal voortgedreven door een drumcomputer. Hun eerste volwaardige album Atomizer (1986) geldt tot op de dag van vandaag als een klassieker in het genre en bevat met Kerosene een culthit van formaat.
Toen Big Black uiteen was gevallen, richtte Albini met twee ex-leden van de groep Scratch Acid (voorlopers van The Jesus Lizard) een nieuw trio op dat hij doodleuk de naam Rapeman gaf, naar een Japanse mangastrip. Controverse alom: in Engeland gingen hun optredens vergezeld van hevige protesten tegen de groepsnaam, enkele optredens werden zelfs afgelast en in de Britse media gingen Albini en de publieke opinie met elkaar op de vuist.
Kort daarna viel Rapeman uiteen (ze lieten één album na, Two Nuns And A Pack Mule), waarna Albini enkele jaren later noisetrio nummer drie oprichtte: Shellac. Daarmee bleef hij tot aan z’n dood actief: op 17 mei staat de release van hun zesde album To All Trains gepland.
Albini’s carrière als producer/technicus leest vooral als een lange lijst namen, waarvan Nirvana, Pixies (Surfer Rosa), The Breeders (Pod), PJ Harvey (Rid Of Me), Low, Slint, The Jesus Lizard en Bush de bekendste zijn. Daarnaast werkte hij met vele honderden andere acts en ook met een handvol Nederlandse: The Ex, Caesar, Cords en Gore.
Albini’s uitvalsbasis was zijn Electrical Audio-studio in Chicago, waar hij principieel analoog opnam (hóe principieel blijkt uit de quote op de hoes van het Big Black-album Songs About Fucking: ‘The future belongs to the analogue loyalists, fuck digital’). In een in 1993 gepubliceerd essay met de titel The Problem With Music zette hij zijn visie op studiotechniek verder uiteen, en hekelde hij het excessieve gebruik van equalizers en compressie, dat er volgens hem voor zorgde dat alles klonk alsof ‘t bestemd was voor een bierreclame.
Eind 1999 heeft OOR's Erik van den Berg nog eens enkele dagen gebivakkeerd in Albini’s Electrical Audio-studio, voor een reportage over de Amsterdamse band Caesar (die daar toen met Steve hun album Leaving Sparks opnamen). Hij herinnert zich van die gelegenheid met name hoe innemend, scherp, aardig en geestig Albini was, en hoe enorm bevlogen en nauwkeurig in z’n werk. Verder bleek hij werkelijk álles te weten van… biljarten (de Vlaamse geweldenaar Raymond Ceulemans was zijn held).
Goed. Op 17 mei verschijnt dus dat nieuwe album van zijn onvolprezen band Shellac. Dat is nu, zomaar plotseling, een zwanenzang geworden. Onwerkelijk bijna.
Bron: OOR (http://oor.nl/news/steve-albini-1962-2024-was-geliefd-bij-de-een-gevreesd-door-de-ander/)
http://youtu.be/HuO3wwLuF0w?si=FGHMSiCqoVmLyVfu
I was born in this town
Live here my whole life
Probably come to die in this town
Live here my whole life
Never anything to do in this town
Live here my whole life
Never anything to do in this town
Live here my whole life
Probably learn to die in this town
Live here my whole life
Nothing to do, sit around at home
Sit around at home, stare at the walls
Stare at each other and wait till we die
Stare at each other and wait till we die
Probably come to die in this town
Live here my whole life
There's Kerosene around, something to do
There's Kerosene around, she's something to do
There's Kerosene around, she's something to do
There's Kerosene around, we'll find something to do
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, set me on fire
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
Kerosene around, something to do
There's Kerosene around, find something to do
There's Kerosene around, find something to do
Kerosene around, find something to do
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, set me on fire
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
Kerosene around, she's something to do
Kerosene around, now what do we do?
Jumped Kerosene, now what do we do?
Jumped Kerosene, now what do we do?
Kerosene around, nothing to do
Jumped Kerosene, now what do we do?
Never anything to do in this town
Never anything but jump Kerosene
Never anything to do in this town
Never anything
Jump Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire, Kerosene
Set me on fire
R.I.E.P.