Tiga
29 december 2005, 10:01
Zojuist tegengekomen op de online encyclopedie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bedekte_termen_om_over_seks_te_praten
Ik heb ze hier alvast ingekopieerd voor het geval de link ooit niet meer werkt.
Inleiding
Veel mensen schamen zich om over seks te praten. Daarom zijn er in eeuwenlange tradities voor alles wat met seksualiteit te maken heeft vele alternatieve woorden verzonnen. Veel van deze alternatieve eufemistische woorden hebben naast hun seksuele betekenis ook een normale betekenis in het dagelijks leven. Andere worden gebruikt als scheldwoord. Deze pagina geeft een overzicht, en nodigt in goede wiki-traditie iedereen uit om zijn aanvullingen te maken.
Alfabetische woordenlijst
anale seks: Rioolwerken, choclabuisker, anaalgaan, chocoprinzen, bruinwerken, de achterdeur nemen, hole in one, (op z'n) Grieks, kontebonken, kontneuken, (op z'n) Turks, sluitspier massage, in de anoes, aarsbatsen, anaal ridderen, anaal generaal spelen darmcoureren, strontstoempen, endeldarmtoerisme, de achtertuin aanschoffelen, endeldarmracen, boren ...
borsten: balkon, bep en toos, bloemkolen, bobbies, bollie en billie, bos hout voor de deur, bumpers, charmes, contragewichten, gemoed, harry's, jetsers, joekels, jopen, juinen, kokosnoten, koplampen, meisjes, melkkannen, meloenen, memmen, pappen, peren over de schutting, prammen, talenten, tetten, tetn, teuten, tieten, toeters, uiers, voorgevel, [flink] voorkomen, weapons of mass distraction...
clitoris: bobbeltje, deurbel, likkopje, genotsknobbel(tje), genotsknots, kittelaar, spelde-puntje, kietelaar, klit, orgasmeknopje, shake-spier, knop...
coitus a mamilla: bezemen, borstneuken, tietneuken, (op z'n) Russisch, Spaanse plastrong, Stokbroden, met de hoorn tussen de alpen gaan, ...
condoom: kapotje, neukballon, pipet, rubber, regenjas, ...
cunnilingus: beffen, de hostie ontvangen, likken, kuttebutten, minetten (Limburgs), Pan uit eten, pruim likken, aan de postzegel likken, tongracen, vrouwelijkevoorhuidvoenzen, wijwaterke, ...
dierenseks: animal sex, sodomie, kipwippen, ieder diertje zijn pleziertje
erectie: een spier hebben, tente, harde, hem-omhoog-krijgen, jacky, jan van gent, kabouter, kapstok, mast, paal, stijve, stok, staander, ODOL (Ontzettend Dikke Ochtend Lul), strakke plasser, stramme kabouter, lantaarnpaal, batterij erin hebben, hard latje...
ejaculatie: er-zijn, klaarkomen, klaarspuiten, komen, sprietsen (v), spuiten, arriveren, van je navel een zwembad maken ...
fellatio: afzuigen, buizen, (op z'n) Frans, fjuupen, met de mond een O-beweging maken, paal nathouden, pijpen, tandartsen, zuigen, nilfisken, snorkelen, tsjolken, ...
geslachtsgemeenschap: afrijden, ballen, batsen, beuken, bekennen (bijbels), bezwangeren, biechten, bijslaap, bonken, cohabiteren, coďre, coďteren (contaminatie van de twee voorgaande), consumeren, copuleren, dammen, de koffer induiken, de liefde bedrijven, de oudste beweging ter wereld maken, de puddingbuks doorladen, de voortuin aanschoffelen, doktertje spelen, doorblaffen, een beurt geven, een doppie maken, een natte neus halen, een nummertje maken, een punt zetten, één vleesch worden, er overheen gaan, flenzen, fietsen, firljeppen, habbahabbaën, het doen, hokken, (iemand) pakken, in de suikerpot roeren, indianendans, ingaan tot, joepen, ketsen, kezen, kieren, knibbeltje en bibbeltje, krikken, masten, mossen, naaien, neuken, nummeren, op de muts gaan, op de schroef gaan, paalzitten, palen, paren, partijtje gemengd dubbel spelen, plat gaan, poepen (alleen in België), poereloeren, pompen, prikken, pruimen op sap zetten, rammen, rampetampen, ring dinge dinge doen, roompotje roeren, schaambeenbonken, soppen, sporten, teletubbiën, tjoppen, tot iemand ingaan (bijbels), uw mannelijkheid in het geding brengen, van bil gaan, van de grond gaan/komen, van Wippestein gaan, vogelen, vossen, vrijen, vruchten plukken, weipalen heien, wippen
homoseksueel (man): Billenridder met helm en bilknaap (homosexueel met partner), bruine ruiter, chocoprins, holbewoner, kontenbonker, rugridder, lansdrager, aarsridder, bilridder, bruinwerker, de jeanettosaurus, flikker, Herrie Potter, homo, jeannet, Jo de Potter, lelietje van baelen, miet, nicht, poot, potter, potterjos, ridder van de bruine orde, ruggetuffer, sluitspiermusketier, van de "Vereniging", van de verkeerde kant, van 't handje, vrouwtje, darmkanaal toerist, meester van de stramme krans, kringspiermusketier, kringspierpionier, analist, bruinduiker, endeldarmtoerist, de griekse beginselen toegedaan zijn, strontstoemper, reetridder (naar het Friese reedrider, wat gewoon "schaatser" betekent), robert van het ronde grotje, aanhanger van de griekske beginselen, benoit, Billenbeffer, een witte snor hebben.
homoseksueel (vrouw): lesbiënne, lesbo, mannetje, pot, potvis, Tanya Grotter, janet, blokpot (heel mannelijke lesbische vrouw), tweekutten,...
masturbatie: achtjes draaien, de paus pesten, doe-het-zelfen, EHBG (eerste hulp bij geilheid), eigen hulp, handwerk, handewerkersvriendenkring, huboën, Kapelaan maken, meester beer opbellen, met jezelf spelen, onanie, paalwalsen, schlemielen, solo polo, solo seks, vrijen met marie la main, violieren, vuistvogelen, tjoppen, naar de gamma gaan, ...
masturbatie (man): aan uwen aap sleuren, afrukken, afkarnen, aftrekken, choppen (tjoppen), DIY, Doet het zelvert, "een-en-twintig, twee-en-twintig", fierljeppen, geilpompen, masten, met de handkar gaan, handneuken, piemelen, de paling strippen, losse flodders schieten, melken, rukken, roeiepoetsen, sausje maken, sjorren, slingeren, snokken (Zeeuws en Vlaams), trekken, voorhuid-joggen, wieksen (Limburgs), hand-jiven, maandag josdag, stroepen (Noord NL), paalhangen, lijn 5 nemen, de Duitse helm poetsen, De een-ogige slang gedag zeggen, vendelzwaaien met de korte stok, de plafond witten ...
masturbatie (vrouw): strelen, poezelen, vaginaal rukken, vingeren, de vijver laten vollopen...
orgasme (algemeen): ananas machen, Mount Everest, klaarkomen, komen, hoogtepunt bereiken, ...
orgasme (mannelijk; ejaculatie): iets van jezelf kwijtraken, sprietsen, spuiten, ...
orgasme (vrouwelijk): aaaaaaaaaah, nog-schatje-nog-schatje,...
penis: Alfred Jodocus Kwak ("Hij komt een druppel later"), bana, Bello, blanke-vlablaffer, blauwaderige yoghurtpomp, bout, brandslang, broer, calippo, Curaçaoenaar, derde been, dikkie-dik, elfde vinger, fallus, Faucompret, fikkie, Filiberke, fluit, flosh, flurk, Frederik, genotsknots, Gerrit, geweer, handvat, hengel, hoogteroer, ijsje, Jaap Stam, Jan zonder handjes, Jodocus, johnny, Jommeke, jongeheer, jongensvagina, joystick, kaneelstok, kindermaker, de kleine, kleine generaal, klok-en-hamerspel, knakworst, knoert, lange willy, lans, lat, leuter, lid, loeres, rinus, loert, lubbertuit, lul, middelste vinger, mik, neukstaaf, paal, piel, pieleman, pielemuis, piemel, piepel, pieterman, pik, Pilatus, plasser, poereloere, pook, potlood, puddingbuks, robbeklopper, rammelaar, rampetamp, roede, roer, sannie,schachtenduiker, schlong, sjimmie, sjors, slagwerk, slamassel, slinger, slurf, sniggel, snikkel, spermaspuiter, spuiter, staaf, staafmixer, stramme kabouter, stratenmakersstoetje, stuk, stijselaar, suske, tamp, tampeloeris, vermaak, vleeslolly, vleessabel, vruchtbare lucifer, vogel, wicked willy, wiebel, wiedel, Willy Wortel, winterpeen, worst, wortel, zjang, zwager, zwans, 7-gradenknuppel,...
pedofiel: knapenschenner, kinderlokker, kinderprikker, pedo, pastoor ...
pedofilie: baelen, de mis dienen, grondboren, dutroux'en, zandventen, vloer keren, georgen, pekkiepakken, met snoepjes rondlopen, ...
prostituée: betaalmuts, dame van lichte zeden, dame van plezier, hoer, kutverhuurder, lichtekooitje, meretrix, temeier, putain, pute, slet,slijtmuts, verhuurschuur, dame die zich liggende staande houdt, straatmadeliefje ...
schaamhaar: Hairy Popper (als iemand veel schaamhaar heeft), oerwoud, venusheuvel, vachtje, bush, gazon, Bermuda-Driehoek...
straatprostituee: bermslet, boswachtster, greppeldel, hoekhoer, poldersnol, portieksnol, stoephoer, tippelaarster, ...
teelballen: aardappelen, ballen, edele delen, eieren, kloten, kroonjuwelen, testikels, antwerpen-centraal, noten, klokkenspel, spermafabriek, knikkers...
transseksueel: bouwdoos ...
travestiet: geslachtsfaker,...
scrotum: balzak, Balzac, klootzak, knikkerzak, turnzak, zak, zwemzak, kinderbijslag, ...
sperma: bearnaisesausje, but, fluitekruid, Freudsap, fut, geil, Golf van bengeile, kwakje, kwakkie, mannensap, neukroom, sap, slagroom, spuitsel, spuitvocht, witteke, yoghurt, zaad, ...
vagina: bef, behoje, brievenbus, buiksloterhammetje, doos, gleuf, flamoes, floppydrive, fluit, foef, friemel, frut, grot, hol, inkomen, joni, kano, kedietje, kees, koffieboon, kut, Marianentrog, meluk, mik, mossel, muis, muts, naad, neukhol, perzik, pissemuis, poes (in de meeste Europese talen, o.a. Frans, Engels, Duits, Italiaans en Russisch, wordt "poes" als metafoor voor vagina gebruikt), pruim, prut, schacht, schede, scheur, schoorsteen, snee, spermaschacht, spleet, spelonk, spons, tiejijs, tocht, trut, tuinboontje, utteflut, vermaak, vismarkt, wiske, zure geul, la, sloot, dot, slof, koelie, druipgrot, mösj (Limburgs voor mus), miemel, vulva, garage...
vrouw: gleufdier, steekbeest, Gleuvia, neukmarieke, neuk-suzette, wandelende kut
zoöfilie: bestialiteit, animalsex, dierenseks
Powered by vBulletin® Version 4.2.2 Copyright © 2025 vBulletin Solutions, Inc. All rights reserved.