De inkomstenbelasting krijgt drie in plaats van twee belastingschijven. De oude eerste belastingschijf wordt in tweeën gesplitst. Het tarief gaat daarbij iets omlaag voor de eerste 38.441 bruto die je verdient en voor wat je daarboven verdient tot 76.817 juist iets omhoog.
Maximale heffingskorting omlaag
Tegelijk met de verlaging van de eerste belastingschijf gaat de maximale algemene heffingskorting omlaag met 335 euro naar 3027 euro.
De algemene heffingskorting is een inkomensafhankelijke korting op de inkomstenbelasting. Hoe hoger de korting, hoe minder inkomstenbelasting je dus moet betalen. Mensen met een inkomen tot 28.406 euro krijgen deze korting in zijn geheel. Is je inkomen hoger, dan wordt die steeds minder en verdien je meer dan 76.817, dan is die nul euro.
Kansspelbelasting hoger
Als je iets wint bij een loterij, een gokmachine of een ander kansspel, dan moet je daar belasting over betalen. Die belasting gaat opnieuw omhoog. In 2024 ging die van 29,5 naar 30,5 procent. In 2025 gaat die naar 34,2 procent. Kansspelbelasting geldt alleen voor grote prijzen van 450 euro of meer.
Kinderopvangtoeslag omhoog
De kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Ouders krijgen een groot deel van wat ze moeten betalen vergoed. Bijvoorbeeld een gezin met één kind op de opvang en een gezamenlijk inkomen van 45.000 euro: in 2024 kregen zij 87,3 procent van de kosten tot de maximumuurprijs terug. In 2025 stijgt dat naar 96 procent. Ook de kinderbijslag en het kindgebonden budget gaan wat omhoog.
Hogere btw op agrarische producten
Sommige producten voor boeren gaan van het lage btw-tarief van 9 procent naar het hoge tarief van 21 procent: granen en peulvruchten die geen voedingsmiddel zijn, pootgoed voor de teelt van groenten en fruit, (pluim)vee en slachtafval, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol.